TPI in Europa

Binnen de Europese Unie (EU) is er een toenemend besef dat onderzoek zonder dierproeven grote voordelen heeft. Nederland, met TPI, zoekt als één van de Lidstaten van de Europese Unie, actief de kansen om de Transitie naar Proefdiervrije innovatie ook in Europa te versnellen.

Europese wet- en regelgeving voor veiligheidsonderzoek

Chemische stoffen en medicijnen moeten volgens de Europese wet- en regelgeving getest worden op veiligheid voor mens, dier en milieu. Daar worden nu nog veel proefdieren voor gebruikt. Deze wettelijke kaders bepalen welke nieuwe veelbelovende proefdiervrije ontwikkelingen voor deze veiligheidstesten gebruikt mogen worden. 

Verschillende Europese landen hebben programma's om proefdiervrije innovatie te stimuleren maar deze initiatieven zijn nog niet goed op elkaar afgestemd. Daarom is het nodig om ook binnen de Europese Unie samen te werken aan beter onderzoek zonder (proef)dieren en internationale acceptatie van gevalideerde proefdiervrije innovaties te faciliteren.

Bureau REACH en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat maakten deze animatie over een Europese strategie voor testmethoden en validatie. Deze strategie is nodig om sneller testmethoden beschikbaar te maken en deze te accepteren binnen de wettelijke voorschriften.

Chemische stoffen zijn overal om ons heen. In elk product. En niet voor niets. Ze verbeteren deze producten. Door kleur te geven, ze bestand te maken tegen UV, vuur, vet en vuil, organismen, of door andere eigenschappen aan het product te geven.

Maar chemische stoffen kunnen ook nadelen hebben. Ze kunnen giftig zijn of niet afbreken in het milieu. Chemicaliën kunnen op verschillende manieren giftig zijn.

Sommige kunnen leiden tot orgaan falen of de hersenen beschadigen. Andere veroorzaken kanker of verstoren de voortplanting. Sommige kunnen leiden tot een allergie.

Testen dienen om gevaren en risico's van chemicaliën te bepalen. Elk gevaar vereist zijn eigen test. Nieuwe testen moeten worden ontwikkeld die relevanter zijn voor nieuwe uitdagingen. Zodat op nieuwe negatieve effecten kan worden getest, zoals hormoonverstoring. Methodes geschikt voor geavanceerde materialen. En methodes waar geen proefdieren voor nodig zijn. Om bij het ontwikkelen van testen voortaan uit te gaan van de behoefte.

Gelukkig worden allerlei nieuwe methodes ontwikkeld en bestaande aangepast. Maar alle methodes hebben beperkingen. De biologische en wettelijke relevantie van testmethodes moet worden vastgesteld. Daarom is relevantie een eerste belangrijke stap voor validatie.

Als tweede stap moet de betrouwbaarheid van een test worden bepaald. Resultaten van een test kunnen verschillen onder verschillende omstandigheden. Om betrouwbaar te zijn, moeten methodes dezelfde uitkomst geven onder verschillende omstandigheden. Het moet niet uitmaken wie de test uitvoert of waar, de resultaten moeten vergelijkbaar zijn.

Samen geven goed beschreven procedures betrouwbare en relevante uitkomsten die vertrouwen geven in nieuwe testmethodes.

Gevalideerde methodes zijn nodig om de veiligheid van chemicaliën te beoordelen, om gezondheids- en milieurisico's te voorkomen. Tijdig investeren in validatie is essentieel voor veiligheidsbeoordelingen.

Een EU-strategie om te zorgen dat testontwikkeling de wettelijke behoeften weerspiegelt en validatie garandeert, zou uitgaven van de overheid nog nuttiger maken. Dit zal ook helpen bij het prioriteren en coördineren op EU-niveau, zorgen voor vertrouwen en een gelijk speelveld.

Wij vragen uw actieve deelname aan een Europese testmethode- en validatiestrategie.

De Europese transitie naar proefdiervrije innovatie versnellen

De transitie naar proefdiervrije innovaties staat inmiddels hoog op de agenda van de Europese Commissie. Zo heeft het Europese Parlement de resolutie ‘Plans and actions to accelerate a transition to innovation without the use of animals in research, regulatory testing and education’ aangenomen. En hebben dierenwelzijnsorganisaties en cosmeticamerken namens meer dan een miljoen Europese burgers het burgerinitiatief "Voor cosmetica zonder dierenleed – Maak Europa dierproefvrij" ingediend bij de Europese Commissie. De Europese Commissie kondigde daarna aan met een stappenplan te komen voor het uitfaseren van dierproeven voor veiligheidstests voor chemische stoffen.

Nederland voorloper

Nederland loopt voorop als het gaat om het beleid om de transitie naar proefdiervrij onderzoek te versnellen. De ervaring en kennis die we opgedaan hebben in Nederland met het partnerprogramma TPI en het beleid voor proefdiervrij innoveren, zetten we in om de doelstellingen van TPI internationaal te agenderen.

Wetenschappers van Nederlandse onderzoeksinstellingen en bedrijven hebben veel kennis en kunde over proefdiervrije innovaties. Zij werken aan de ontwikkeling en toepassing van proefdiervrije onderzoeksmodellen en dragen bij aan de transitie naar onderzoek dat beter vertaalbaar is naar de mens. Daarnaast zorgt het partnerprogramma TPI voor landelijke coördinatie en beleid op dit terrein. Dit is een goede basis voor actieve samenwerking met de Europese Commissie en de andere lidstaten van de EU.

Dit doen we door:

  • Als lid van de EU actief te pleiten voor de ontwikkeling van Europees beleid voor proefdiervrij onderzoek en educatie in het gebruik van zogenoemde NAMs (New Approach Methodologies), onder andere door samen te werken met EU-lidstaten.
  • Voorstellen te initiëren zoals het voorstel voor een Europese beleidsagenda (2025-2027) voor transitie naar proefdiervrije innovaties (ERA). Dit voorstel, waar TPI trekker van is, zet in op samenwerking en het stellen van prioriteiten tussen deelnemende landen, onder andere op het gebied van ontwikkeling en validatie van proefdiervrije innovaties, onderwijs, infrastructuur en het stimuleren van bewustzijn en transparantie.
  • Als vertegenwoordigers van de Nederlandse regering actief deel te nemen aan gesprekken over de Europese Commission roadmap for phasing out animal testing in chemical safety assessments.
  • Nederlandse experts (vertegenwoordigers van de wetenschap, regulatoire instanties, bedrijven en beleid) hun kennis en ervaring te laten delen met de andere lidstaten.

Zie ook: