TPI en onderwijs

Ook in het onderwijs worden proefdieren gebruikt, bijvoorbeeld bij biomedische opleidingen en de opleiding voor dierenarts in het hoger onderwijs. In het mbo en hbo worden studenten opgeleid tot verzorger van proefdieren of biotechnicus.

Hoewel het hier niet om grote aantallen proefdieren gaat, is het belangrijk ook hiervoor alternatieven te ontwikkelen en in te zetten. En om studenten te leren welke proefdiervrije onderzoeksmodellen er zijn en hoe ze die kunnen toepassen.

Ook zijn er steeds meer studenten en jonge professionals die zich inzetten voor onderwijs en onderzoek zonder proefdieren zoals Young TPI en InterNICHE. Onderwijs is een drijvende kracht in de transitie naar proefdiervrije innovaties.

Oefenen zonder proefdieren

Studenten diergeneeskunde moeten kennis opdoen over de dieren die ze gaan behandelen. Daar worden ook proefdieren voor gebruikt waarvoor onderwijsinstellingen vergunningen moeten aanvragen. Gelukkig zijn er steeds meer alternatieven zoals (virtuele) modellen en plastinaten.

Voorbeelden: 

Onderwijs in proefdiervrije innovaties

Zowel in het hoger onderwijs als in hbo- en mbo-opleidingen krijgt kennis over proefdiervrije modellen steeds vaker een plek. Met deze kennis kunnen onderzoekers de keus maken voor het proefdiervrije model dat past bij de onderzoeksvraag. En de nieuwe generatie biotechnici doen kennis op om in de praktijk te werken met proefdiervrije innovaties.

Voorbeelden:

Ook in Europa zijn er kansen voor jonge professionals om meer te leren over NAMs (New Approach methods). Het Joint Research Centre (een initiatief van de European Science Hub) organiseert jaarlijks de JRC Summer School on non-animal-approaches in science.