Grote impuls voor de transitie naar proefdiervrije innovatie met 124,5 miljoen euro van het Nationaal Groeifonds

Het Nationaal Groeifonds investeert 124,5 miljoen euro in een nieuw landelijk Centrum voor Proefdiervrije Biomedische Translatie. Het doel van het centrum is om veiligere, effectievere en betere medische behandelingen te stimuleren met minder dieren.

Het Centrum voor Proefdiervrije Biomedische Translatie (CPBT) gaat met de bijdrage van het Nationaal Groeifonds (NGF) de transitie naar proefdiervrije biomedische innovaties versnellen. Dit zal economische en maatschappelijke winst opleveren: betere geneesmiddelen en minder dierproeven. Met een financiering voor 10 jaar biedt deze investering Nederland de kans om internationaal voorloper te worden in de transitie naar proefdiervrije innovatie, één van de ambities van het programma Transitie Proefdiervrije Innovatie (TPI ).

Nadat een eerdere aanvraag van het CPBT in de derde ronde van het Nationaal Groeifonds leidde tot een reservering van 124,5 miljoen euro, heeft het CBPT in januari 2024 een aangepast voorstel ingediend. Dit voorstel is nu positief beoordeeld en de reservering is omgezet in een toekenning. Het groeifondsvoorstel is ingediend door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Veilige en betaalbare medicijnen met proefdiervrij onderzoek

Het CPBT komt precies op het juiste moment. Er wordt momenteel grote vooruitgang geboekt met de ontwikkeling van proefdiervrije methoden en de beoordeling en toepassing daarvan. De academische wereld, de industrie, regelgevende instanties, patiëntenorganisaties, overheid en NGO's werken steeds beter samen om nauwkeurigere en kosteneffectievere geneesmiddelen te krijgen. Proefdiervrije innovaties spelen daarbij een steeds grotere rol. De resultaten van deze zogenoemde NAMs (new approach methodologies) zijn vaak beter vertaalbaar naar de mens dan proefdieronderzoek. In de meeste van deze biomedische ontwikkelingstrajecten blijkt pas tijdens de studie met patiënten dat dierproeven lang niet altijd de therapeutische werking van geneesmiddelen in de mens accuraat konden voorspellen. Dat betekent dat veel medicijnen die met proefdieronderzoek effectief leken, alsnog afvallen. Wereldwijd wordt er door deze verschillende partijen dan ook steeds meer ingezet op proefdiervrije innovatie. Het CPBT speelt in op dit momentum en kan Nederland in een voorloperspositie plaatsen wereldwijd op het gebied van de ontwikkeling en toepassing van proefdiervrije innovaties voor geneesmiddelontwikkeling.

“Het is een geweldig mooie impuls om innovatieve alternatieven voor dierproeven te ontwikkelen”, zegt minister Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. “Het is belangrijk dat we die innovaties doen en dat deze ook verder worden gebracht. Als er voldoende alternatieven zijn, vermindert dat ook echt het aantal dierproeven.”

Nieuw centrum voor revolutionaire systeemverandering

Het CPBT gaat samen met een groot aantal nationale en internationale partijen een centrum realiseren dat de ontwikkeling en het commercieel beschikbaar maken van proefdiervrije innovaties versnelt. Het CPBT zal zich in eerste instantie gaan richten op onderzoek naar geneesmiddelen voor patiënten met ALS, taaislijmziekte, artrose/reuma of astma/COPD. Het doel is om de ontwikkelde proefdiervrije methoden, tools en expertise samen met onderzoekers en bedrijven te implementeren. Het nieuwe centrum zal daarnaast onderwijs, trainingen, advies en ondersteuning leveren. Daarmee zal de acceptatie en gebruik van proefdiervrije biomedische innovaties versterkt worden. Uiteindelijk is het doel om deze kennis breed in te zetten, en niet alleen voor deze vier onderzoeksgebieden. Het wordt een integraal landelijk programma dat de transitie naar proefdiervrij versnelt en het verdienvermogen van Nederland versterkt.

Erica van Oort, programmemanager van het TPI-programmabureau: “We zijn trots dat we deze fantastische stimulans kunnen geven aan de vele initiatieven die de TPI-partners en het bredere Nederlandse veld in het kader van de transitie naar proefdiervrije innovaties. Dit centrum is een belangrijke stap richting betere doorgeleiding van proefdiervrije innovaties naar toepassing en de TPI-ambitie: Beter voorspellen zonder proefdieren. Een uniek initiatief binnen Europa, waarmee Nederland de ambitie om als voorloper op te treden in de transitie naar proefdiervrije innovaties benadrukt.

Maatschappelijke en economische impact

Prof. Wouter Dhert van het strategisch thema Life Sciences van de Universiteit Utrecht en het UMC Utrecht zegt als een van de initiatiefnemers van het CPBT: “Het is prachtig nieuws dat het kabinet heeft besloten nu echt in deze belangrijke transitie te investeren. We hebben door de adviezen van de commissie onze plannen kunnen verbeteren. Er is nu nog grotere inhoudelijke betrokkenheid van de farmaceutische industrie. Ook doen nu de gezondheidsfondsen breed mee. Bovendien is de samenwerking met regio’s buiten Utrecht versterkt. Alle universitaire medisch centra van Nederland zijn nu partner. Dat geeft goed aan hoe breed het draagvlak is voor dit initiatief en voor het koppelen van economische meerwaarde aan betere translatie van biomedische innovatie naar de patiënt, met minder dierenleed.”

Mede-initiatiefnemer prof. Daniela Salvatori van de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht: “Wereldwijd is er veel belangstelling om gebruik van proefdieren te verminderen en innovatie te versnellen. We kunnen als land met onze sterke Life Sciences & Health sector een leidende rol nemen. We zien dat wetgeving in Europa en de Verenigde Staten meer ruimte gaat bieden voor toelating van nieuwe geneesmiddelen tot de markt zonder dierproeven. Er is veel in beweging! Die verandering gaan we aanjagen. Ook door onze studenten en professionals voor te bereiden met goede opleidingen en trainingen.”

Over het Centrum voor Proefdiervrije Biomedische Translatie

Het Centrum voor Proefdiervrije Biomedische Translatie (CPBT) is een initiatief van de Universiteit Utrecht, het UMC Utrecht, de Hogeschool Utrecht en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het initiatief kent een groot aantal landelijke publieke en private partners.